Bereiding:

1. Steek met een glas of uitsteker rondjes van ongeveer 5 cm uit de verse lasagnevellen en zet apart.
2. Breng vervolgens een laagje water met een klontje boter en wat zout in een ruime pan aan de kook.
3. Voeg de geschilde asperges toe en kook ze op laag vuur in 10 – 15 minuten gaar.

4. Controleer met een vork of de asperges gaar zijn en haal ze met een schuimspaan uit de pan. Breng het kookvocht weer aan de kook. Haal 150 ml van het kookwater eruit en houd apart.

5. Snipper het sjalotje en doe dit samen met de wijn en de 150 ml aspergebouillon in een steelpan. Breng het aan de kook en laat het ongeveer voor de helft inkoken.

6. Ga nu verder met de roux. Smelt de boter op laag vuur in een koekenpan.

7. Voeg vervolgens de bloem toe en laat dit al roerend 2 minuten garen.

8. Zeef het wijnmengsel boven de roux en roer goed met een garde.

9. Voeg de slagroom toe en laat de saus op laag vuur al roerend een paar minuten inkoken tot hij iets dikker wordt. Breng op smaak met peper en zout.

10. Verwarm een eetlepel olijfolie in een koekenpan en bak de langoustinestaarten en zeekraal kort op hoog vuur.

11. Kook ondertussen de pastarondjes in 3–5 minuten beetgaar in het overgebleven kookvocht van de asperges.

12. Schep wat van de witte wijnsaus op een bordje en leg hier een rondje pasta op.

13. Snijd de asperges in stukjes en leg erop met wat langoustine en zeekraal.

14. Dek tenslotte af met een rondje pasta en verdeel er nog wat langoustines, zeekraal en saus overheen.